Vervolg familieopstellingen

Het familiesysteem
Ieder mens maakt deel uit van een familiesysteem. Hierin zijn twee systemen te onderscheiden:de familie van herkomst en de huidige familie. De familie van herkomst zijn je ouders, broers, zussen, ooms, tantes, (over)grootouders. De huidige familie bestaat uit je partner en kinderen, mogelijk vorige partner(s) en kinderen uit die relatie(s).

Het familiesysteem is een bindingssysteem. Door je geboorte in desbetreffend gezin bind je je aan je ouders, (over)grootouders en de familiegeschiedenis. De individuele ziel bindt zich aan de familieziel (collectief geweten). In het gunstigste geval is het hechtingsproces wederzijds en helder, zie tekening links.

K = Kind
M = Moeder

De ziel van het kind op zoek naar de ziel van moeder: het kind zoekt (oog)contact met moeder. De moeder op zoek naar de ziel van het kind. Er ontstaat een wederzijds hechtingsproces. Dit is voor de meeste van ons een onzichtbaar proces.

Door gebeurtenissen in de familie kan het hechtingsproces verstoord raken waardoor er verstrikkingen kunnen ontstaan.

Hoe ontstaat een zielsverstrikking

Een (pasgeboren) kind wil zich hechten aan zijn moeder, hij doet dit door de ziel van zijn moeder te zoeken. Echter de ziel van zijn moeder is gefixeerd op iets anders. Dit kan een persoon zijn uit het familiesysteem of een persoon buiten het familiesysteem met daaraan gekoppeld een bepaalde situatie.
Wanneer de ziel van de moeder op iets anders gericht is, dan kan het kind zich alleen via een omweg hechten aan zijn moeder. Het oogcontact met zijn moeder kan alleen ontstaan via deze omweg door op die plek te gaan ‘staan’ waar de ziel van de moeder op gefixeerd is. Door innerlijk op deze plek te gaan staan, identificeert het kind zich met zielsaspecten van die persoon en/of situatie: het kind c.q. de ziel van het kind raakt verstrikt. Het kind zal – ook op volwassen leeftijd – onbewust en zonder zich er tegen te kunnen weren de desbetreffende persoon imiteren, zo ook de aspecten van het lot (de gebeurtenis rondom die persoon). Dit wordt ook wel de lotsverbondenheid genoemd. Zie tekening rechts.

K = kind
M = moeder
P/S = persoon en/of situatie waar de ziel van de moeder op gefixeerd is.
Op zoek naar de ziel van de moeder raakt het kind verstrikt en identificeert zich met de persoon en/of gebeurtenis op wie de moeder op zielsniveau is gericht.

Praktijkvoorbeeld 1
De zielsbeweging van de moeder is gefixeerd op de situatie uit haar jeugd dat ze verkracht werd. Deze gebeurtenis heeft ze uit zelfbescherming verdrongen uit haar geheugen. De moeder is inmiddels gelukkig getrouwd en krijgt een dochter. Het kind wil haar moeder ontmoeten, echter de moederszielsbeweging is, onbewust, gefixeerd op de situatie van de verkrachting waardoor de dochter genoodzaakt is om innerlijk op de plek van die situatie te gaan staan om haar moeder te kunnen ontmoeten op zielsniveau. Dit gebeurt ook onbewust.
Ondertussen is de dochter een puber geworden en zoals het noodlot zich voordoet wordt zij door buitenstaanders gedwongen tot seks. Door deze gebeurtenis van haar dochter komt de moeder in aanraking met haar eigen herinnering. De emoties van haar dochter tijdens het verwerkingsproces komen nu ook in het bewustzijn van de moeder waardoor zij met haar eigen verwerkingsproces kan beginnen.

In bovenstaand praktijkvoorbeeld en tekening gaat het over 2 generaties heen. Verstrikkingen kunnen ook over 4 en 5 generaties heen gaan of nog verder. Zo kunnen er zielsverstrikkingen ontstaan over meerdere generaties heen. Zie hieronder.

K = kind
V = vader
O = oma
P/S = persoon en/of situatie waar de ziel van de oma op gefixeerd is

Tekening links.
De vader identificeert zich met de persoon en/of gebeurtenis waar de zielsblik van oma is op gefixeerd. Het nieuw geboren kind gaat op zoek naar de ziel van de vader. En om oogcontact met hem te kunnen krijgen, moet het kind op de plek van oma gaan staan. Zij gaat, onbewust, van haar eigen kindsplek af. Het kind verstrikt en identificeert zich met oma. Beide partijen zowel vader als kind leven niet hun eigen leven. Zij zijn beiden geidentificeerd met een (ander) persoon en of situatie

Praktijkvoorbeeld 2
De oma van het kind, annex de moeder van de vader, heeft op jonge leeftijd haar lievelingsbroer verloren. Toen de oma zelf een zoon kreeg, gaf zij de naam van haar overleden broer aan haar zoon. Hierdoor erkent de moeder haar zoon niet echt zoals hij is en hij bereikt zijn moeder niet. De hechting naar zijn moeder beweegt zich naar een persoon die gebonden is aan iemand anders. De zoon zal innerlijk op de plaats gaan staan van de overleden broer van zijn moeder. In de poging zich te hechten aan zijn moeder zal de vader zich identificeren met een dode. Inmiddels heeft de vader – die de naam van de lievelingsbroer van zijn moeder draagt – ook een kind gekregen. Dit kind wilt zich hechten aan haar vader en zoekt zijn ziel op. Om op zielsniveau contact met vader te kunnen krijgen, moet zij op de plek van haar oma gaan staan. Zo ontstaat een verstrikking door een verstrikking. Je kunt je voorstellen dat dit tijdens de opvoeding vervelende situaties met zich mee brengt, en ook op latere leeftijd.

Je eigen, authentieke leven leven

Het proces van de zielsbeweging werkt onbewust, buiten onze wil om en verstand heen. Daarom kunnen er zielsbindingen werkzaam zijn waar we ons niet bewust van zijn en geen vermoeden of voorstelling van hebben. Ingrijpende gebeurtenissen van vroeger blijken door te spelen in ons leven van nu, wat kan leiden tot problemen. Zeker als ze geen plaats krijgen, onverwerkt of onbewust blijven. Vaak zijn wij ons niet bewust van een diepe lotsverbondenheid dat generatie op generatie kan worden doorgegeven. Door bewustwording en onder andere een opstelling kan hier verandering in komen waardoor je meer je eigen – authentieke – leven kan leiden.

Het is ook mogelijk zoals het eerste voorbeeld laat zien, dat op latere leeftijd door een trauma, zoals verkrachting, een zielstrauma kan ontstaan. Wanneer deze situatie niet in het bewustzijn komt, verwerkt wordt en een plek krijgt, zullen er situaties ontstaan die gelijkenissen vertonen met het oorspronkelijke trauma. Een (gedeeltelijke) herhaling van facetten. De ziel (individueel en de familieziel) wil dat de persoon in het reine komt met die gebeurtenis. Deze trauma’s kunnen mede worden geheeld op zielsniveau door een opstelling en of door systemische coaching/therapie.

3 Basisprincipes binnen het familiesysteem

Het familiesysteem vormt een geheel met een krachtige verbondenheid en veelal gebondenheid. Als dit verstoord wordt ontstaan er dynamieken – verschijnselen – om de verstrikking bewust te laten worden, in de hoop dat de verstrikking wordt opgeheven en heelheid kan ontstaan. De krachten van de dynamiek zijn gebaseerd op 3 basisprincipes. De 3 basisprincipes zijn:

  • De balans van geven en nemen
  • Iedereen heeft evenveel recht om erbij te horen. Ook de doden
  • Ieder neemt de juiste plek in, in d erangorde van het systeem


Bert Hellinger, grondlegger van het systemisch werk, heeft een werkwijze ontwikkeld om verstrikkingen aan het licht te brengen en zo mogelijk op te lossen. Dit is de methode van opstellingen. Er zijn verschillende soorten opstellingen: familieopstelling, organisatieopstelling, loopbaanopstelling, opstelling met ziektebeelden en of -symptomen, consultatieopstellingen, structuuropstellingen en diagnoseopstellingen. Deze methode wordt in groepsverband aangeboden in de vorm van een workshop ‘familie- en/of organisatieopstelling’ en kan ook individueel gedaan worden.

Wat is een opstelling

Een opstelling wordt aan de hand van een ingebracht thema of vraag van de deelnemer gestart. De begeleider vraagt door naar feitelijke gebeurtenissen. Van daaruit beslist de begeleider wie of wat er wordt opgesteld. De deelnemer kiest uit de groep aanwezigen representanten, plaatsvervangers, en plaats deze intuïtief in de ruimte ten opzichte van elkaar. Zodra de representanten hun plaats hebben ingenomen, blijken zij toegang te krijgen tot dezelfde gevoelens, krachten en verhoudingen als diegene, of datgene wat zij representeren. Daarmee wordt de verborgen dynamiek en de verstrikking zichtbaar. De begeleider zoekt in de opstelling naar een herordening met een zo goed mogelijke plek voor alle betrokken leden van het systeem. Dit kan met behulp van o.a. ordeningsprincipes, rituelen, terugplaatsen van vergeten personen, uitspraken doen etcetera. Als we de 3 basisprincipes respecteren dan heeft het een helende werking op het hele systeem.

Voor wie

De workshop familieopstellingen staat open voor iedereen die met zijn/haar vraag of thema wil werken. Dit gebeurt in groepsverband en daardoor met representanten. Echter je kan ook een opstelling doen individueel. Dan werk ik met mijn sjablonen. Het kan ook met poppetjes , suikerklontjes of wat je maar voor handen hebt.

Een opstelling in groepsverband is een mooie gelegenheid om met deze manier van werken kennis te maken door te kijken naar opstellingen van anderen en of representant te zijn. Er zijn vaak talloze ’toevallige’ parallellen tussen de opstelling waarin je als representant deelneemt en je eigen familie c.q. situatie. Het geeft soms ook een verheldering op je eigen vraag/thema of een onverwachts antwoord.

De begeleiding

De begeleiding ligt in handen van Sylvia Hemminga. “Sinds ik in aanraking ben gekomen met familieopstellingen heeft het mij gefascineerd, niet meer losgelaten en vooral geheeld. Ik heb de opleiding familie- en organisatie-opstellingen gevolgd bij het Bert Hellingerinstituut. Daarnaast seminars en vele – specialistische – opleidingen en workshops  gevolgd onder andere bij Daan van Kampenhout, Bert Hellinger, Jan Jacob Stam, Stephan Hausner, Ingrid Dijkstra en het Phoenixinstituut”.

Als je geïnteresseerd bent en of vragen hebt, neem dan contact met me op. Dit geldt ook als je meer wilt weten over loopbaan- en organisatieopstellingen.